Geschiedenis – Quay 17 Brugge

Een rijke en diverse geschiedenis

Het pand waar nu B&B Quay17 gevestigd is, kent een rijke en diverse geschiedenis die teruggaat tot de late middeleeuwen. Door de eeuwen heen heeft het gebouw verschillende functies en eigenaren gehad, elk met hun eigen invloed op het pand. Van een verblijfplaats van makelaars en hosteliers, tot een centrum van ambachtelijke activiteiten zoals verven en textielverwerking, en later een brouwerij en textielfabriek. Deze verscheidenheid aan functies weerspiegelt de dynamische economische en sociale veranderingen in Brugge door de tijd heen. De sporen van deze lange geschiedenis zijn nog steeds zichtbaar, zowel boven- als ondergronds, en dragen bij aan het unieke karakter van het pand.

15e eeuw

Late Middeleeuwen

In de tweede helft van de 15e eeuw waren de oudste bekende eigenaars van de percelen waarop nu B&B Quay17 staat hosteliers of makelaars. Het gebied omvatte een huis aan de noordzijde van het Bezemstraatje, dat een belangrijke doorgang was in de buurt. Naast dit huis was er een zogenaamde eester of heester, een tuin met fruitbomen en ander groen. Deze combinatie van residentiële en tuinbouwgrond was typerend voor stedelijke eigendommen in deze tijd.

16e eeuw

Ambachten en Ververs

• Meestove en Ververs: In de tweede helft van de 16e eeuw werd op het terrein een meestove gevestigd, een werkplaats voor de verwerking van meekrap, een plant die gebruikt werd voor het verven van textiel. Deze meestove werd een centrum voor de textielververij, waar ambachtslieden verfstoffen produceerden en textiel bewerkten.
• Omvorming naar tuin: Na verloop van tijd, waarschijnlijk aan het einde van de 16e eeuw, werd de meestove omgevormd tot een eester/heester. Dit betekende een terugkeer naar het gebruik van het terrein als een tuin met bomen en planten.
• Verkoop aan Herman Bezoete (1567): In 1567 werd het eester/heester verkocht aan Herman Bezoete, een invloedrijke inwoner van Brugge die woonde in de Molenmeers. Bezoete was een welgestelde zakenman die actief was in het gilde van de handschoenmakers. Hij handelde ook in uiteenlopende goederen, zoals Schotse wol, zalm, leer, Brugse saeyen (stoffen), kurk en haver. Zijn rol in de handel benadrukt de economische activiteiten die zich rond het pand afspeelden.

17e eeuw

De opheffing van het Bezemstraatje en uitbreiding van het perceel

• Ophouden van het Bezemstraatje (1628): In 1628 werd het Bezemstraatje officieel opgeheven. De grond van het opgeheven straatje werd in delen verkocht aan de omringende bewoners, waarmee het perceel dat Bezoete eerder had gekocht, werd uitgebreid.
• Osten de Crits: nieuwe eigenaar en bouwer: Na de opheffing van het straatje werd Osten de Crits de nieuwe eigenaar van het gebied. De Crits kwam uit een vooraanstaande familie van blauwververs, ambachtslieden die gespecialiseerd waren in het verven van textiel met blauwe kleurstoffen. De familie stond ook bekend als weldoeners van de nabijgelegen Sint-Annakerk. Osten de Crits bouwde de eerste woning op de samengevoegde percelen, waarmee de structuur van het huidige pand werd gelegd.

19e eeuw

Van woning naar brouwerij

• Brouwerij Den Hert (eind 19e eeuw): Aan het einde van de 19e eeuw werd op het pand de brouwerij Den Hert gevestigd. Deze brouwerij, die oorspronkelijk in 1580 werd opgericht, verhuisde in 1886 naar de Sint-Annarei. De brouwerij kwam in handen van Gustave Parmentier en werd in 1895 overgenomen door de familie Strubbe. In 1906 werd de brouwerij gezamenlijk gerund door Strubbe en zijn schoonzoon, Van de Plas-Strubbe. Tijdens deze periode speelde de brouwerij een belangrijke rol in de lokale economie en productie.

20e eeuw

Industrialisatie en herbestemming

• Einde brouwerijactiviteiten (1921): In 1921 stopte de brouwerij Den Hert haar activiteiten, en het pand werd vervolgens gebruikt door textielbedrijven zoals Tricot VEM en later Textiel De Paepe. Deze herbestemming weerspiegelde de bredere industriële ontwikkeling van Brugge in de 20e eeuw.
• Verbouwing en nieuwe functies (jaren 1930): In de jaren 1930 werden grote veranderingen aangebracht aan het pand. De poort werd verbreed en verhoogd om tegemoet te komen aan nieuwe bedrijfsactiviteiten. Ook werd er een garage gebouwd op het terrein. Het gebouw behield echter enkele van zijn historische elementen, zoals de kelders van de oude brouwerij. De textielbedrijven bleven actief tot in de jaren 1960.

Recente archeologische opgravingen

Recente archeologische opgravingen in het gebied hebben sporen blootgelegd van ambachtelijke activiteiten die teruggaan tot de 13e eeuw. Zo zijn er verfkuipen gevonden die wijzen op de aanwezigheid van ververs, wat de historische band met de textielambachten in deze buurt bevestigt. Daarnaast werden structuren zoals beerputten en fundamenten van oude gebouwen blootgelegd, die meer inzicht geven in de lange geschiedenis van bebouwing en ambachtelijke activiteiten op deze locatie